Aquarelpapier, technisch en gebruikersonderzoek Pieter Keune
Op de Nederlandse en Belgische markt is een zeer groot aanbod van aquarelpapieren. De Stichting Kunstenaarsmateriaal heeft van verschillende fabrikanten ongeveer zeshonderd papieren gekocht met het doel een langlopend onderzoek te doen naar de eigenschappen ervan. Van te voren is dan al bekend dat op het moment van publicatie van de resultaten, de marktsituatie alweer gewijzigd zal zijn. We hebben er daarom naar gestreefd om zoveel mogelijk een beeld te vormen van de produkten van de bekendere fabrikanten, waarvan we weten dat deze redelijk verkrijgbaar blijven. Ook van deze fabrikanten hebben we niet alle verkrijgbare papieren onderzocht, maar in een aantal gevallen een keuze gemaakt.
Vel papier waaruit twee stroken worden gesneden om de looprichting te bepalen.De velletjes aan de uiteinden vastgehouden. Het stijve strookje geeft de looprichting aanMet een lintzaag gemaakte imitatiescheprand
Papier wordt gemaakt van natuurlijke grondstoffen. Hierin kunnen variaties in kwaliteit voorkomen, met het gevolg dat papier van twee jaar geleden verschillen kan van het papier dat nu onder dezelfde naam in de winkel ligt. Wel is het zo dat de meeste fabrikanten hun produktieproces de laatste jaren zodanig verbeterd hebben dat verschillen in kwaliteit in een papiersoort nauwelijks meer voorkomen.Het onderzoek bestond uit twee onderdelen. Een onderzoek naar de technische eigenschappen van de produkten en een gebruikersonderzoek, waarbij een ‘panel’ van kunstenaars de eigenschappen van de papieren in het gebruik beoordeelde. In het bijgaande schema worden de resultaten in beknopte vorm weergegeven waarbij de eigenschappen en de beoordeling door de kunstenaars, zijn genummerd. Deze nummering is aangehouden in de toelichting op het schema hieronder.1 Gramsgewicht Van elk papier dat verkocht wordt, wordt het gewicht per vierkante meter opgegeven. Bij alle papieren is opgemeten hoeveel het werkelijke gewicht afweek van het opgegeven gewicht. Dat bleek mee te. vallen. Alle papieren bleken niet meer dan l0% in gewicht af te wijken.
2 Oppervlaktestructuur Over wat ruw of mat genoemd moet worden, hebben de fabrikanten elk hun eigen opvattingen. Wanneer bijvoorbeeld de oppervlaktestructuur niet verkregen wordt door natuurlijke droging maar door persing achteraf, past de beschrijving van de structuur niet meer in de categorieën ‘ruw’, ‘mat’ en ‘glad’. Toch hebben we geprobeerd ze in een van de categorieën onder te brengen.
3 Opdikking Het ene papier heeft een lossere structuur dan het andere. Op een compact papier blijft de verf meer op het oppervlak staan en werkt optisch anders dan op een papier waar de verf meer in het papier gewerkt kan worden. Om papieren met verschillende gramsgewichten met elkaar te kunnen vergelijken wordt de opdikking opgegeven. Hieronder verstaan we het aantal millimeters dat het papier dik zou zijn als het papier als een 100 grams papier gemaakt zou zijn.
4 Gelatinelijming In het schema wordt aangegeven of een oppervlaktelijming met gelatine (tub sizing) heeft plaatsgevonden of niet. Van oudsher werd papier met gelatine gelijmd om het geschikt te maken om op te tekenen of op te schrijven. Tegenwoordig worden de meeste papieren hiervoor geschikt gemaakt door een inwendige verlijming.
5 Vezelsamenstelling In een aantal gevallen is de samenstelling van de papiervezels meer in detail onderzocht om inzicht te verschaffen in de relatie tussen de samenstelling en veroudering. In het schema wordt alleen een grove indeling gegeven in papieren gemaakt op basis van ‘katoen’, (hout)cellulose en een mengsel van vezels.
6 Opwitter Om een papier witter te doen lijken, wordt vaak opwitter toegevoegd. Vroeger was dit alleen een blauwe kleurstof (vergelijk het toevoegen van blauwsel aan de witte was), nu is dat een chemische stof die ultraviolet licht omzet in zichtbaar blauw licht. Opwitters van de laatste soort worden in het licht snel afgebroken. Het papier verkleurt dan op korte termijn. Bij een aantal papieren werden slechts sporen opwitter aangetroffen. Het kan zijn dat deze niet bewust door de fabrikant zijn toegevoegd, maar al in de grondstoffen aanwezig waren.
7 Witheid De witheid van een papier wordt bepaald door de kwaliteit van de grondstoffen en of de toevoeging van opwitters. De meting van de witheid van het papier vormt het uitgangspunt waaraan de verkleuring na veroudering wordt afgemeten. Wordt de witheid bereikt door de toevoeging van een afbreekbare opwitter, dan zal de teruggang in witheid met name na een natuurlijke veroudering groter zijn. 8 Natuurlijke veroudering Alle papieren zijn twee jaar lang achter glas aan zonlicht blootgesteld. De luchtvochtigheid varieerde tussen de 40 en 60% RV (relatieve vochtigheid), vergelijkbaar met normale expositieomstandigheden. Dit in tegenstelling tot ons onderzoek uit 1982, waar de luchtvochtigheid boven de 70% RV werd gehouden. Dit had bij veel papieren een veel sterkere verkleuring tot gevolg dan in het huidige onderzoek.
9 Versnelde veroudering Papieren verouderen over een zeer lange periode. We willen graag voorspellen hoe het papier er over pakweg 25 jaar uitziet. Het is gebruikelijk om papieren in een oven bloot te stellen aan een verhoogde temperatuur (elke verhoging van 100C verdubbelt grofweg de snelheid van de afbraakreacties) en wisselende luchtvochtigheden. Onze aquarelpapieren zijn 96 uur op 900C gehouden met om de drie uur een wisseling van de luchtvochtigheid variërend tussen de 35 en 80% RV.
Kunstenaarspanel Een technisch onderzoek heeft voor kunstenaars weinig waarde, als er geen terugkoppeling is naar het gebruik door kunstenaars. Daarom hebben we een panel van ervaren aquarellisten uitgebreid aan het werk gezet. Zij hebben bekeken hoe aquarelverf door droog en vochtig papierwordt aangenomen. wordt aangenomen. Hoe de verwasbaarheid, het weer opnemen van de verf met een vochtig penseel is. Of de verf nog te verwijderen is met een spons of onder de kraan en de beschilderbaarheid na deze handeling. Voor deze proeven werd een ftalocyanideblauwaquarelverf gebruikt. Deze verf heeft een zeer fijn en lastig te verwijderen pigment, zodat een positief resultaat ook inderdaad een goede eigenschap van het papier aangeeft. Verder werd nog gekeken naar de geschiktheid om op het papier te tekenen, de radeerbaarheid en het weer opnieuw aanbrengen na raderen van een streek verf, het opspannen van de papieren en de optische kwaliteiten. In het schema geven we echter alleen het totaaloordeel van de kunstenaars.
Discussie van de resultaten Een ingeburgerde opvatting over aquarelpapier is, dat het beste papier handgeschept, gemaakt van lompen, zonder vulstoffen en met een oppervlaktelijming van gelatine moet zijn. Dit onderzoek toont aan dat dit niet zonder meer waar hoeft te zijn. We hebben te weinig handgeschepte papieren in het onderzoek meegenomen om over de kwaliteiten van het handscheppen in dit verslag een uitspraak te doen. Onder het gebruik van lompen moet tegenwoordig het gebruik van katoenlinters verstaan worden. Uit het onderzoek komt niet naar voren dat kunstenaars papier op basis van katoen beter verwerkbaar vinden. Wel blijkt dat papieren op basis van katoen een betere verouderingsbestendigheid hebben op langere termijn, mits de papieren niet met gelatine gelijmd zijn. De oppervlaktelijming met gelatine komt in ons onderzoek als discutabel naar voren. De oppervlaktelijming is een extra handeling en maakt het papier duurder. Deze wordt dan ook alleen op de beste kwaliteiten papier uitgevoerd.
Na de uitgevoerde natuurlijke veroudering zien deze kwaliteitspapieren er maar weinig verkleurd uit. Maar na de versnelde veroudering zijn deze de meest vergeelde papieren. Er is reden om aan te nemen dat de wisselingen in luchtvochtigheid hierbij een rol spelen. Het kan zijn dat wanneer deze papieren bewaard blijven in een omgeving met een gecontroleerde lage relatieve vochtigheid (museale condities) het wel mee zal vallen met de vergeling.
Een tweede effect van de gelatinelijming kwam naar voren in het onderzoek van ons panel. Alle papieren met gelatinelijming lieten zich zeer slecht verwassen. Dit was erger naarmate de gelatinelaag dikker was.
Om een voorbeeld te geven: van de twee artistico grana fina papieren van Fabriano heeft het 3Q0 grams papier een dikkere gelatinelaag dan het 200 grams papier. Op het 300 grams papier was de verf niet te verwassen, terwijl dat op het 200 grams papier nog wel mogelijk bleek. Het lijkt alsof een laag gelatine als een spons werkt. Het zeer fijne pigment waarmee de testen werden uitgevoerd, werd erin opgezogen en liet zich niet meer verwijderen. Overigens heeft de gelatine wel een gunstig effect op het uitvloeien van de natte verf. Er valt zeer goed op te werken. Maar is de verf eenmaal in de gelatine getrokken, dan is deze er moeilijk uit te krijgen.
Wanneer papieren met vulstoffen worden vergeleken met papieren zonder toevoegingen, dan blijkt niets van een nadelige werking van de vulstoffen op het aquarelleren. De papieren van Hahnemühle, die 3% krijt bevatten, krijgen van ons panel een goede beoordeling. Evenals een aantal papieren van Whatman, die geen enkele vulstof bevatten.
Kort oordeel over de merken
Fabriano De studiekwaliteit ‘watercolor’, vooral het 280 grams papier, komt goed uit de testen. Het heeft een redelijke verouderingsbestendigheid en scoort meer dan voldoende in de verwerkingseigenschappen. De Fabriano 5 (disegno), aanbevolen voor meerdere technieken, scoren onvoldoende in de ‘natte’ eigenschappen. Het zijn duidelijk tekenpapieren. Het oordeel over de Artistico wordt nadelig beïnvloed door de gelatinelaag. Hahnemühle Het studieaquarelpapier is het enige geteste papier dat duidelijk zuur is (pH 4,9). Uit de test blijkt dat het weinig bestand is tegen veroudering. Dit kan verband houden met de lage zuurgraad. De Büttenpapieren bevatten 3% krijt, meer dan de maximale 2% die de andere fabrikanten opgeven. Opmerkelijk is dat dit de verwerkingseigenschappen niet nadelig beïnvloedt.
Schut Veluwezoom ruw en het wittere Walcheren 355 en 525 gram zijn papieren die goede verwerkingseigenschappen hebben en bovendien op langere termijn goed verouderingsbestendig. In het Walcheren 355 grams papier is de opwitter weggelaten. De Walcheren papieren verouderen in dezelfde mate. Maar omdat het geteste 355 grams papier geen opwitter bevat, is de uitgangspositie minder wit en lijkt de verkleuring minder.
De aquarelblocs van Schut zijn rondom zeer stevig vastgelijmd. Het valt niet mee om de papieren zonder beschadiging los te halen. Aan de voorzijde van het bloc is echter een stukje niet gelijmd. Hier kan men voorzichtig met een paletmes de vellen beginnen los te maken. Het zou handig zijn als Schut deze tip op het bloc zette.
Arches Arches houdt zijn papieren eerst een tijd in opslag voordat ze de handel ingaan. Aangezien papier de eerste maanden na aanmaak het meest veroudert, verandert het papier van Arches in het gebruik nauwelijks meer van tint. De gelatinelijming geeft wel het nadeel dat het papier in een vochtige omgeving sterk kan verkleuren en niet verwasbaar is. Van de andere kant komt als voordeel naar voren dat het oppervlak zeer sterk is en vele manipulaties tijdens het verwerken toelaat.
Whatman Geheel in de traditie van dit oude merk worden alleen katoenvezels gebruikt en geen toevoegingen zoals krijt. Het cold pressed 400 grams papier werd door ons panel het beste aquarelpapier gevonden.
Saunders Waterford Een papier dat in het licht uitbleekt en koeler van tint wordt. De gelatinelijming werkt negatief op de verwasbaarheid. De ruwere papieren kregen een hogere waardering van het panel dan de matte en gladde papieren.
Bockingford Papier van dezelfde firma als Saunders Waterford. Dit papier was gekocht als ‘tub sized’. Bij het testen bleek dat in plaats hiervan het goedkopere gewone aquarelpapier was geleverd.
Schoellershammer Papieren met verschillende oppervlaktestructuren, maar met vergelijkbare technische eigenschappen. Goede verouderingsbestendigheid. Volgens het panel munten deze papieren met name uit in hun tekeneigenschappen.
Sihl Papier geïmporteerd door Gosman en Kraan en niet zo bekend bij kunstenaars. Het lompenhoudende papier heeft betere verwerkingseigenschappen dan het cellulosepapier.
Moorman Nederlands papier met 30% katoen. De 1100 grams papierkwaliteit wordt door het panel hoger gewaardeerd.
Van Ginkel Goede verouderingsbestendigheid voor zover dat in twee jaar valt te beoordelen. Verder alle nadelen van een gelatinelijming.
Magnani Een kleine Italiaanse fabriek, die onlangs is overgenomen door Fabriano. Magnani maakt papier dat uiteenlopend van kwaliteit is. Tijdens het onderzoek van 1982 viel hun papier na veroudering tot stof uiteen. Hun ‘lompenpapier’ bleek toen uit een twintigtal verschillende vezelsoorten te bestaan. Nu komt hun papier verreweg als beste uit de versnelde veroudering. De verwerkingseigenschappen worden als onvoldoende beoordeeld. Maar het panel geeft dit papier de hoogste beoordeling voor de wijze waarop het eruit ziet. Dit komt omdat het wordt geproduceerd tussen een dubbel vilt, hetgeen technisch zeer moeilijk is.
Van Gelder Velouwe Dit is geen aquarelpapier, zoals ook uit het oordeel van het panel naar voren komt, maar een volgelijmd drukpapier. Het is in dit onderzoek meegenomen omdat het op een van onze academies consequent als aquarelpapier aan de studenten wordt aan geboden.
Meirat Spaans handgeschept papier. Dit heeft een te losse structuur voor aquarelpapier. De zwaardere kwaliteiten zijn helaas niet getest.
Paperki Handgeschept papier uit Baskenland. Goede kwaliteit.
Bij de aanschaf van papier spelen niet alleen technische eigenschappen een rol. Overwegingen van persoonlijke aard zijn voor een kunstenaar net zo belangrijk. Daarom kunnen we ook niet zomaar zeggen wat de beste papieren zijn. Wij hopen dat dit onderzoek wel als gids bij de aanschaf van aquarelpapier kan fungeren.
Dit artikel is overgenomen uit Tijdschrift kM
Pieter Keune is hoofdredacteur van kM en
publiceert regelmatig in het tijdschrift
Tijdschrift kM
Postbus 15590
1001 NB AMSTERDAM
T 020 – 305 45 08
F 020 – 305 45 00
E km@xs4all.nl